Het meest waardevolle symbool voor een regiment is hun Vaandel.
Het gebruik ervan is een evolutie van duizenden jaren. Indien u gaat speuren in de geschiedenis van alle beschaafde volkeren zult u hier en daar opmerken dat hun strijders zich eng rond hun symbool schaarden die hun gemeenschappelijk ideaal vertaalden. In de vroegste eeuwen werden afbeeldingen van vereerde dieren gebruikt. Die afbeeldingen waren niet zelden een kunstige sculptuur, uit hout gesneden.
Naarmate de volkeren zich ontwikkelden werden die tekens op de schilden van de strijders en op doek aangebracht als herkenning van hun krijgsheer. Wapenschilden werden gebruikelijk.
In de 15de eeuw al zou elke voorname familie, rederijkerskamer, stad, provincie, land, zich kenbaar maken met een eigen blazoen.
Eind van de 18de eeuw, met de opkomst van Napoleon, kon men al vlug waarnemen dat vaandels een strikte band hadden met legeronderdelen. Het aantreden en gebruik van een vaandel werd gekoppeld aan vaste rituelen en waren kleinere banieren zelfs een belangrijke tactische plaatsbepaling of afbakening.
Zo ook gelden deze regels bij het toekennen van het vaandel aan het 5 Linie.
Bij het oprichten van het 5 Linieregiment op 25 november 1830 was er nog geen vaandel. Op 18 oktober 1831 gaf Charles de Brouckère, ‘minister van Oorlog’, in het dagelijks order de eerste richtlijnen over een voorlopig embleem.
Op 4 januari 1832 overhandigde koning Leopold I op de Meir van Antwerpen het vaandel aan het 5 Linie. Om die gebeurtenis extra te documenteren ging de webmaster op zoek naar een dagblad van 5 januari 1832 en vond daar het artikel van het overhandigen van het vaandel aan de eerste korpscommandant van het 5 Linie, kolonel J. Van de Vivere de Cockelberghe.
Het eerste vaandel, waarvan sprake hierboven, begeleidde het 5 Linieregiment tijdens WO I en de 18-Daagse Veldtocht van mei 1940.
Opdat het vaandel niet in handen kon vallen van de Duitsers, bij de capitulatie van 28 mei 1940, werd het aan de Commandant van de 2de Infanteriedivisie toevertrouwd. Een laatste handeling was het nog om ons vaandel af te leveren bij het hoofdkwartier van het VIde Legerkorps, waar kapitein-commandant stafbrevethouder F. Briot belast was met het verbranden van de doeken van alle vaandels. De stok en de leeuw werd begraven in het Zusterschooltje van Aartrijke.
Na de heroprichting van het Belgisch leger kreeg op 8 maart 1946 het 3de Bataljon van de 2de Infanteriebrigade de naam 5 Liniebataljon en de tradities van het 5 Linieregiment. Een nieuw vaandel werd toegekend bij besluit van de Regent, nummer 2138 van 11 april 1946.
Op 4 mei 1946 reikte Minister van Landsverdediging, luitenant kolonel stafbrevethouder R. de Fraiteur het nieuwe vaandel uit aan de korpscommandant van het 5 Liniebataljon, luitenant kolonel G. Fichefet, op het Poelaertplein te Brussel.
Na de terugtrekking van alle troepen uit Duitsland in 1992 en ontbinden van het 5 Linie in mei 1992, werd het vaandel nog een tijd bewaard in het bureel van de korpscommandant van het nieuwe (gefusioneerde bataljon Bevrijding – 5 Linie) maar de dagen ervan waren geteld. Immers, een vaandel van een ontbonden eenheid hoort thuis in het Koninklijk Legermuseum, waar het onder de hoede blijft van de conservator.
Op vrijdag 12 september 2008 werd ons vaandel voor een laatste maal geschouwd door vaandrig luitenant Michel Angillis, te Rotselaar. Een groot aantal oudgedienden van het 5 Linie stonden verzameld langsheen het traject, waar de vaandrig met een statige en eerbied wekkende pas een laatste maal ons vaandel vertoonde. Zelden was een ceremonie zo stil en tegelijk emotioneel.
De dag erna werd het vaandel met militaire eer afgeleverd bij de conservator van het Koninklijk Legermuseum te Brussel.
Hier volgen nog enkele foto’s van de laatste schouwing te Rotselaar, petergemeente van het 5 Linie.