pagina nostalgie
Koninklijke vereniging 5Linie Regiment vzw

Uw persoonlijke herinneringen .

>
Alfons VAN DER HAEGHEN (De Fons)

Mijn militaire loopbaan.

 

Ik ben Alfons Vanderhaeghen, gepensioneerd op 1 januari 2005.
In het 5 Linie was ik door iedereen gekend als ‘De Fons’.
In mei 1967 werd ik opgeroepen voor mijn militaire dienst, ik had ervoor gekozen om mijn legerdienst bij de Paracommando’s te doen en moest de kazerne van het 3 Para in Lombardzijde vervoegen. Dat is een periode van intensieve, harde opleiding, veel oefening, maar het is enorm afwisselend en avontuurlijk. Afgezwaaid eind juli 1968. Na die afzwaai werd ik opnieuw de burger als vanouds en in september 1972 moest alweer onder de wapen voor mijn ‘wederoproeping’. Geloof me, het was tijdens deze wederoproeping dat ik de smaak te pakken kreeg van het ‘militaire leven’, het zette me aan het denken .. Toch duurde het nog even en pas na overleg met mijn echtgenote nam ik dienst als beroepsvrijwilliger en die nieuwe start is begonnen op 2 mei 1975 door in Turnhout, het toenmalig Opleidingscentrum Nr 3 binnen te stappen om, net zoals iedereen mijn administratieve verplichtingen volledig aan te vullen, een versnelde opleiding te volgen en na 10 dagen met een marsbevel aangeduid om in Duitsland, te Soest, mijn eenheid, het 5 Linie, te vervoegen. Mijn aankomst was een meevaller. Niet veel leven in de kazerne want iedereen, met uitzondering van een kleine achterwacht, was op kampperiode in Vogelsang. Door me aan te melden bij de CSM van de Steuncompagnie, eerste sergeant majoor DEMEYER werd mijn functie bezegeld. Het is immers in deze compagnie dat ik werd aangeduid om mij te bekwamen in de taak van ‘wapenmaker zware wapens’. Die functie was wel in het vooruitzicht van de levering van de nieuwe voertuigen type CVRT voor het peloton Verkenners en die levering liet op zich wachten. Dus … naar de 3 Cie die zonder wapenmaker zat .. De compagniecommandant was kapitein Hollants en CSM de 1SM Wouters Johnny. De toestand van het wapenmagazijn was inderdaad ondermaats, er was wanorde en heel wat onderdelen van oefenmateriaal ontbraken. Pas na vele maanden en hulp van mensen met ervaring kon dit worden rechtgetrokken. Vanaf dat moment bleef er orde en operationeel zijn. Allen die ooit een training hebben ondergaan voor een Wisselbeker Stormfuselier weten hoe intensief een compagnie fuseliers met verschillende wapens oefent, dag en nacht. Bijna zes maanden continu. Dat tempo kunnen enkel gezonde en sterke soldaten aan. De herstellingen, groot en klein waren niet te tellen. Niet abnormaal, een nachtoefening of een hindernisbaan waren geen misvieringen … In september 1977 werd ik korporaal benoemd, het was ook de maand van mijn eerste groot manoever, ‘Blue Fox’ , een van de mooiste oefeningen in mijn loopbaan. In 1985 werd de Steuncompagnie hervormd met de aankomst van een peloton ‘Jagdpanzerkanone’, de Duitse JPK, met een kanon van 90 mm en werd ik in die compagnie tewerkgesteld als wapenmaker. Na al die jaren wapenmaker geweest te zijn vond ik dat het tijd was geworden voor een nieuwe uitdaging. Mijn hobby was ‘koken’ en wilde graag van mijn hobby mijn beroep maken. Mijn eerste aanvragen voor omscholing werden niet aanvaard maar zoals meestal zal door aandringen wel een goedkeuring komen. Eindelijk was het zo ver, een omscholing werd toegestaan en ik volgde een cursus van 7 maanden in de,’Technische School voor de voeding’ in Peutie. Bij mijn terugkomst in het 5 Linie werd ik aangeduid als kok in de mess onderofficieren.
De werkdagen als kok waren toch zware dagen en tegelijk een leerrijke periode. De beheerder van de mess onderofficieren was in die tijd de eerste sergeant majoor Marc Smeyers. Goede herinneringen aan die tijd. Voor allen die in 1990 in de BSD waren gestationeerd kwam de regeringsbeslissing om alle Belgisch troepen uit België terug te trekken. Dat viel als een bom op de hele gemeenschap van militairen. Ook voor al de familieleden. De kinderen waren allemaal geboren en getogen in Soest. België was een ‘onbekend’ land. In 1991 verlieten al heel wat manschappen en materieel het kwartier Rumbeke en ook mijn mutatie kwam aan de beurt, dat werd de keuken van het militair hospitaal van Neder-Over-Heembeek. Oei, wat een verschil met een echte militaire keuken. Een vergelijking met een infanteriekazerne, discipline en mentaliteit, was niet te beschrijven.
Hier ontmoette ik Van Leeuwen Bertje, de vroegere chef-kok van het 5 Linie. Fijn om met hem te kunnen samenwerken.
Opnieuw een verrassing: in 1995 besluit Defensie om de keuken van het militair hospitaal te privatiseren en al het militair personeel moet worden overgeplaatst naar andere eenheden. Mijn keuze was om opnieuw te proeven van het echte militaire leven en koos voor de 210 Compagnie Logistiek Paracommando, gekazerneerd in Heverlee. Hier moest je opnieuw ‘helemaal militair zijn’. Er was voor mij persoonlijk een kans om me fysiek weer fit te maken om een operationele paracommando te worden, er was ruimte om te trainen. Een futiliteit deed me de das om. Na acht maanden verblijf in Heverlee kwam het bericht dat de ‘privatisering’ in het militair hospitaal was mislukt. Er werd opnieuw opgeroepen om de nodige militaire koks en beheerders naar de keuken van Neder-Over-Heembeek te lokken en in 1996 was alles weer zoals voordien, we deden daar de keuken weer functioneren zoals het hoorde. Als u dacht dat mijn laatste negen jaar een totale routine van kok zouden worden, dan vergist u zich. Zo gaat het niet in een beroepsleger. En dat waren we met Defensie ondertussen al geruime tijd. Er werden kandidaten gezocht voor een opdracht van december 1996 tot maart ’97 de opdracht ‘Belbat XIV’ uit te voeren in de Baranja – Ex-Joegoslavië - met het bataljon 1 Carabiniers-1 Grenadiers uit Leopoldsburg. Een heel aparte en mooie ervaring. In 1999 was ik opnieuw van de partij. Ditmaal met de medische compagnie van het militair hospitaal, de Compagnie Ambulance die in Glin was gekazerneerd. Dat zijn de mannen die gespecialiseerd zijn om met hun groene ziekenwagens ‘alle terrein’ de gekwetsten te vervoeren. Zijn ontbraken het personeel dat een militaire veldkeuken op open terrein te bemannen. Uiteraard werd er een dak gespannen boven die veldkeuken. Onze medische compagnie stonden onder Brits bevel. De Britse strijdkrachten zijn heel wat professioneler dan onze eenheden. Hun mentaliteit en procedures zijn veel strikter. Deze opdracht was opnieuw een heel andere ervaring die mij na enige tijd goed bevallen is. Tot eind oktober 1999 duurde deze buitenlandse opdracht.
Bij mijn terugkeer volgde een periode van 6 jaar in de keuken van het militair hospitaal.
Ik was 50 jaar geworden en het einde van mijn loopbaan naderde … Op 1 januari 2005 was het zover. Afscheid nemen van het militaire milieu gebeurde in stilte."""" Niet zonder mijn vrienden, mijn collega’s en allen waarmee ik heb samengewerkt, een geluidloos seintje te hebben gegeven. Het contact met al die mannen bestaat nog altijd. Daarvoor is het internet een goed middel, en ook de telefoon. Een internetcontact is best mogelijk. Noteer maar: alfons.vanderhaeghen@gmail.com> Graag zou ik heel deze terugblik op mijn militaire loopbaan willen afsluiten met een prachtige, bekende leuze : Versagen niet - verslagen nooit !

Top